Endoscopie bij dieren
Onderzoeken & operaties met een camera – snel, veilig en minder belastend
We gebruiken endoscopie om inwendig onderzoek te doen of operaties uit te voeren via kleine openingen. Dit geeft ons een goed beeld van wat er aan de hand is, met minder belasting voor je dier.
Onderzoeken & operaties met een camera – snel, veilig en minder belastend
We gebruiken endoscopie om inwendig onderzoek te doen of operaties uit te voeren via kleine openingen. Dit geeft ons een goed beeld van wat er aan de hand is, met minder belasting voor je dier.
Endoscopie: onderzoeken
Inwendig onderzoek door kleine openingen
Endoscopie is een relatief nieuwe techniek in de diergeneeskunde. Op deze pagina gaan we in op het hoe en waarom, en de voor- en nadelen van deze manier van onderzoeken en opereren. Ook de termen “scopie”, “kijk-operatie” en “sleutelgat-operatie” duiden vaak op deze techniek. Endoscopie betekent letterlijk: naar binnen kijken. De essentie bij deze techniek is dat dit gebeurd via een natuurlijke opening van het lichaam of door een zo klein mogelijk sneetje indien er geen natuurlijke opening aanwezig is.
Hoe het werkt:
Een klein dun buisje (endoscoop) met een doorsnede tussen de 1 en 10 mm en een lengte tussen de 5 en 40 cm wordt ingebracht. Door dit buisje loopt een lichtkabel die licht op het te bekijken lichaamsdeel werpt. Een lenzenstelsel geleidt het beeld naar buiten. Via een daaraan gekoppelde camera gaat het beeld naar een videosysteem met monitor. Via dit videosysteem zijn de beelden ook op te slaan. We kunnen ze u dan later laten zien en tekst en uitleg geven over de bevindingen.
Voor- en nadelen:
Deze techniek is zeer waardevol bij het onderzoeken van inwendige structuren. Via beelden zijn veel aandoeningen en afwijkingen te herkennen. Ook kunnen zeer gericht weefselmonsters (biopten) genomen worden. Het beeld wordt sterk vergroot waardoor veel meer details zichtbaar zijn dan met het blote oog. Bij endoscopische operaties komt daar het grote voordeel van een veel kleinere snede bij. Dat betekent direct minder pijn, minder hinder, minder nazorg en een kortere herstelperiode. Door de beeldvergroting kan bovendien veel nauwkeuriger geopereerd worden. Doordat gebruik kan worden gemaakt van electrochirurgie voor het sluiten van bloedvaten blijft minder hechtmateriaal in het lichaam achter, waardoor minder kans op ontsteking. Veel mogelijkheden en voordelen dus, maar ook twee nadelen: de apparatuur is kostbaar en zeer kwetsbaar, en het toepassen ervan is veel meer werk. De kosten bij operaties zijn dus hoger.
Apparatuur:
We zijn trots op onze prachtige apparatuur. In mei 2014 kregen we de mogelijkheid onze videokwaliteit te upgraden naar full-HD ! We zijn daarmee de eerste dierenkliniek in Nederland die met full-HD werkt. Een prachtig scherp en gedetailleerd beeld geeft de mogelijkheid optimale resultaten te behalen bij onderzoek en behandeling.
Momenteel zijn we bezig onze opname mogelijkheid uit te breiden naar full HD. Dat blijkt nog een hele klus. Wanneer dat allemaal werkt zullen we opnamen maken van de verschillende onderzoeken en operaties en die te bewerken tot duidelijke videomontages. Wanneer ze klaar zijn plaatsen we die onder de desbetreffende menu-items uit de linker
Endoscopie is een relatief nieuwe techniek in de diergeneeskunde. Op deze pagina gaan we in op het hoe en waarom, en de voor- en nadelen van deze manier van onderzoeken en opereren. Ook de termen “scopie”, “kijk-operatie” en “sleutelgat-operatie” duiden vaak op deze techniek. Endoscopie betekent letterlijk: naar binnen kijken. De essentie bij deze techniek is dat dit gebeurd via een natuurlijke opening van het lichaam of door een zo klein mogelijk sneetje indien er geen natuurlijke opening aanwezig is.
Hoe het werkt:
Een klein dun buisje (endoscoop) met een doorsnede tussen de 1 en 10 mm en een lengte tussen de 5 en 40 cm wordt ingebracht. Door dit buisje loopt een lichtkabel die licht op het te bekijken lichaamsdeel werpt. Een lenzenstelsel geleidt het beeld naar buiten. Via een daaraan gekoppelde camera gaat het beeld naar een videosysteem met monitor. Via dit videosysteem zijn de beelden ook op te slaan. We kunnen ze u dan later laten zien en tekst en uitleg geven over de bevindingen.
Voor- en nadelen:
Deze techniek is zeer waardevol bij het onderzoeken van inwendige structuren. Via beelden zijn veel aandoeningen en afwijkingen te herkennen. Ook kunnen zeer gericht weefselmonsters (biopten) genomen worden. Het beeld wordt sterk vergroot waardoor veel meer details zichtbaar zijn dan met het blote oog. Bij endoscopische operaties komt daar het grote voordeel van een veel kleinere snede bij. Dat betekent direct minder pijn, minder hinder, minder nazorg en een kortere herstelperiode. Door de beeldvergroting kan bovendien veel nauwkeuriger geopereerd worden. Doordat gebruik kan worden gemaakt van electrochirurgie voor het sluiten van bloedvaten blijft minder hechtmateriaal in het lichaam achter, waardoor minder kans op ontsteking. Veel mogelijkheden en voordelen dus, maar ook twee nadelen: de apparatuur is kostbaar en zeer kwetsbaar, en het toepassen ervan is veel meer werk. De kosten bij operaties zijn dus hoger.
Apparatuur:
We zijn trots op onze prachtige apparatuur. In mei 2014 kregen we de mogelijkheid onze videokwaliteit te upgraden naar full-HD ! We zijn daarmee de eerste dierenkliniek in Nederland die met full-HD werkt. Een prachtig scherp en gedetailleerd beeld geeft de mogelijkheid optimale resultaten te behalen bij onderzoek en behandeling.
Momenteel zijn we bezig onze opname mogelijkheid uit te breiden naar full HD. Dat blijkt nog een hele klus. Wanneer dat allemaal werkt zullen we opnamen maken van de verschillende onderzoeken en operaties en die te bewerken tot duidelijke videomontages. Wanneer ze klaar zijn plaatsen we die onder de desbetreffende menu-items uit de linker
Inwendig onderzoek van de neus: rhinoscopie
Dit onderzoek is zinvol bij plotseling heftig niezen of langs de neus wrijven, wanneer dit langer dan circa een kwartier aanhoudt. De oorzaak kan het opsnuiven van een grasspriet of grasaar zijn.
Bij katten kan na het eten van kattegras een sprietje vanuit de keel in de neus belanden. Behandeling: endoscopisch verwijderen van de oorzaak.
Andere indicaties voor dit onderzoek zijn chronische klachten zoals: niezen, benauwdheid, snurken, neusuitvloeiing (beiderzijds, maar zeker ook wanneer dit éénzijdig is), ooguitvloeiing, bloedneuzen en zwellingen of vervormingen van de neus.
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s (kan eventueel gelijk met de scopie), bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Aangezien het binnenwerk van de neus heel gevoelig is voor aanraking zal een rhinoscopie altijd onder algehele narcose worden uitgevoerd. Daarbij gaat allereerst een zeer dunne scoop (1,9 tot 2,7 mm dik) via één neusgat naar binnen en wordt de helft van de neus tot in de keelholte onderzocht. Daarna de andere neushelft.
Wanneer veel slijm en/of bloed aanwezig is zal het zicht beperkt tot afwezig zijn. In dat geval wordt opnieuw gekeken met een buis (schacht) óm de scoop, waar een spoelvloeistof (Ringer-lactaat oplossing) doorheen stroomt. Bloed en slijm worden op die manier verwijderd. Om te voorkómen dat de spoelvloeistof in de longen kan stromen wordt het dier geïntubeerd (een luchtslang (tube) in de luchtpijp waar doorheen geademd wordt en die de ruimte tussen de tube en de luchtpijp met een ballonnetje (cuff) afsluit). Voordeel is dan tevens dat extra narcose via de lucht kan worden toegediend (inhalatie-anaesthesie).
Eventueel kan met een scoop die om de hoek kan kijken, via de bek, vanuit de keel achter in de neus gekeken worden. Wanneer er een vreemd voorwerp aanwezig is, kan dit met een grijpertje worden verwijderd. Indien nodig kan op deze manier ook een weefselmonster (biopt) of een kweek worden afgenomen voor verder onderzoek.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Dit onderzoek is zinvol bij plotseling heftig niezen of langs de neus wrijven, wanneer dit langer dan circa een kwartier aanhoudt. De oorzaak kan het opsnuiven van een grasspriet of grasaar zijn.
Bij katten kan na het eten van kattegras een sprietje vanuit de keel in de neus belanden. Behandeling: endoscopisch verwijderen van de oorzaak.
Andere indicaties voor dit onderzoek zijn chronische klachten zoals: niezen, benauwdheid, snurken, neusuitvloeiing (beiderzijds, maar zeker ook wanneer dit éénzijdig is), ooguitvloeiing, bloedneuzen en zwellingen of vervormingen van de neus.
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s (kan eventueel gelijk met de scopie), bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Aangezien het binnenwerk van de neus heel gevoelig is voor aanraking zal een rhinoscopie altijd onder algehele narcose worden uitgevoerd. Daarbij gaat allereerst een zeer dunne scoop (1,9 tot 2,7 mm dik) via één neusgat naar binnen en wordt de helft van de neus tot in de keelholte onderzocht. Daarna de andere neushelft.
Wanneer veel slijm en/of bloed aanwezig is zal het zicht beperkt tot afwezig zijn. In dat geval wordt opnieuw gekeken met een buis (schacht) óm de scoop, waar een spoelvloeistof (Ringer-lactaat oplossing) doorheen stroomt. Bloed en slijm worden op die manier verwijderd. Om te voorkómen dat de spoelvloeistof in de longen kan stromen wordt het dier geïntubeerd (een luchtslang (tube) in de luchtpijp waar doorheen geademd wordt en die de ruimte tussen de tube en de luchtpijp met een ballonnetje (cuff) afsluit). Voordeel is dan tevens dat extra narcose via de lucht kan worden toegediend (inhalatie-anaesthesie).
Eventueel kan met een scoop die om de hoek kan kijken, via de bek, vanuit de keel achter in de neus gekeken worden. Wanneer er een vreemd voorwerp aanwezig is, kan dit met een grijpertje worden verwijderd. Indien nodig kan op deze manier ook een weefselmonster (biopt) of een kweek worden afgenomen voor verder onderzoek.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Inwendig onderzoek van het oor: otoscopie
Een oorontsteking kan heel hardnekkig zijn. Dit komt mede doordat het dier, vanwege de pijn, de behandeling met spoelvloeistof en oorzalf niet goed toelaat. Endoscopisch spoelen kan dan veel verlichting brengen omdat echt alles uit de gehoorgang verwijderd kan worden. Daarna kan de gehoorgang en het trommelvlies goed beoordeeld worden.
Bij katten met terugkerende oorontsteking kan de oorzaak daarvan liggen in oorpoliepen. Dit zijn goedaardig woekerende weefselbolletjes. Ze kunnen endoscopisch ontdekt en verwijderd worden.
Ook bij heftig krabben aan een oor, of een scheve kopstand, kan otoscopie de oorzaak aan het licht brengen.
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s (kan eventueel gelijk met de scopie), bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Aangezien het trommelvlies, en ook een ontstoken oor, heel gevoelig zijn voor aanraking zal een otoscopie altijd onder algehele narcose worden uitgevoerd. Daarbij gaat allereerst een zeer dunne scoop (1,9 tot 2,7 mm dik) via de gehoorgang naar binnen tot aan het trommelvlies.
Wanneer veel ontstekingsmateriaal en/of bloed aanwezig is, zal het zicht beperkt tot afwezig zijn. In dat geval wordt opnieuw gekeken met een buis (schacht) óm de scoop, waar een spoelvloeistof (Ringer-lactaat oplossing met eventueel een oplosmiddel) doorheen stroomt. Zo wordt geprobeerd om alle ongerechtigheden te verwijderen.
Dat lijkt eenvoudig, maar is vaak toch een tijdrovende bezigheid.
Wanneer er een vreemd voorwerp of poliep aanwezig is, kan dit met een grijpertje worden verwijderd. Indien nodig kan op deze manier ook een weefselmonster (biopt) of een kweek worden afgenomen voor verder onderzoek.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Een oorontsteking kan heel hardnekkig zijn. Dit komt mede doordat het dier, vanwege de pijn, de behandeling met spoelvloeistof en oorzalf niet goed toelaat. Endoscopisch spoelen kan dan veel verlichting brengen omdat echt alles uit de gehoorgang verwijderd kan worden. Daarna kan de gehoorgang en het trommelvlies goed beoordeeld worden.
Bij katten met terugkerende oorontsteking kan de oorzaak daarvan liggen in oorpoliepen. Dit zijn goedaardig woekerende weefselbolletjes. Ze kunnen endoscopisch ontdekt en verwijderd worden.
Ook bij heftig krabben aan een oor, of een scheve kopstand, kan otoscopie de oorzaak aan het licht brengen.
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s (kan eventueel gelijk met de scopie), bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Aangezien het trommelvlies, en ook een ontstoken oor, heel gevoelig zijn voor aanraking zal een otoscopie altijd onder algehele narcose worden uitgevoerd. Daarbij gaat allereerst een zeer dunne scoop (1,9 tot 2,7 mm dik) via de gehoorgang naar binnen tot aan het trommelvlies.
Wanneer veel ontstekingsmateriaal en/of bloed aanwezig is, zal het zicht beperkt tot afwezig zijn. In dat geval wordt opnieuw gekeken met een buis (schacht) óm de scoop, waar een spoelvloeistof (Ringer-lactaat oplossing met eventueel een oplosmiddel) doorheen stroomt. Zo wordt geprobeerd om alle ongerechtigheden te verwijderen.
Dat lijkt eenvoudig, maar is vaak toch een tijdrovende bezigheid.
Wanneer er een vreemd voorwerp of poliep aanwezig is, kan dit met een grijpertje worden verwijderd. Indien nodig kan op deze manier ook een weefselmonster (biopt) of een kweek worden afgenomen voor verder onderzoek.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Inwendig onderzoek van de keel: laryngoscopie
De keel is de kruising tussen de “luchtweg” en de “voedselweg”. Klachten als benauwdheid, slikproblemen, kokhalzen en niet willen eten kunnen hun oorzaak hebben in de keel. Meestal laten dieren het niet toe zonder narcose de keel goed te inspecteren. Om de keel en de problemen die daar een rol spelen goed te kunnen beoordelen is een laryngoscopie een mooie methode. Vaak gecombineerd met een scopie van de neus, de luchtpijp, de slokdarm en/of de maag.
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s (kan eventueel gelijk met de scopie), bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Aangezien de keel gevoelig is voor aanraking zal een laryngoscopie altijd onder algehele narcose worden uitgevoerd. De keel is relatief eenvoudig benaderbaar via de bek. De doorsnede van de scoop is afhankelijk van de onderzoeken die tegelijkertijd worden uitgevoerd (neus, luchtpijp, slokdarm en/of maag). Zo klein mogelijk om zo gemakkelijk mogelijk te manoeuvreren, zo groot mogelijk om een goed en scherp beeld te krijgen.
Wanneer er een vreemd voorwerp aanwezig is, kan dit met een grijper worden verwijderd. Indien nodig kan op deze manier ook een weefselmonster (biopt) of een kweek worden afgenomen voor verder onderzoek.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
De keel is de kruising tussen de “luchtweg” en de “voedselweg”. Klachten als benauwdheid, slikproblemen, kokhalzen en niet willen eten kunnen hun oorzaak hebben in de keel. Meestal laten dieren het niet toe zonder narcose de keel goed te inspecteren. Om de keel en de problemen die daar een rol spelen goed te kunnen beoordelen is een laryngoscopie een mooie methode. Vaak gecombineerd met een scopie van de neus, de luchtpijp, de slokdarm en/of de maag.
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s (kan eventueel gelijk met de scopie), bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Aangezien de keel gevoelig is voor aanraking zal een laryngoscopie altijd onder algehele narcose worden uitgevoerd. De keel is relatief eenvoudig benaderbaar via de bek. De doorsnede van de scoop is afhankelijk van de onderzoeken die tegelijkertijd worden uitgevoerd (neus, luchtpijp, slokdarm en/of maag). Zo klein mogelijk om zo gemakkelijk mogelijk te manoeuvreren, zo groot mogelijk om een goed en scherp beeld te krijgen.
Wanneer er een vreemd voorwerp aanwezig is, kan dit met een grijper worden verwijderd. Indien nodig kan op deze manier ook een weefselmonster (biopt) of een kweek worden afgenomen voor verder onderzoek.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Inwendig onderzoek van de longen: bronchoscopie
Hoesten, kortademigheid en abnormale geluiden bij het ademen kunnen aanleiding zijn de vertakkingen van de luchtpijp in de longen te bekijken (bronchoscopie). Hierbij wordt natuurlijk ook de luchtpijp bekijken (tracheoscopie)
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s, bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Ook dit onderzoek wordt onder algehele narcose uitgevoerd. In ieder geval wordt eerst extra zuurstof toegediend zodat alle weefsels flink met zuurstof verzadigd zijn.
Hierbij wordt een flexibele scoop met een doorsnede van 3-6 mm en een lengte van circa 60 cm gebuikt. Een dunnere scoop geeft helaas een minder mooi beeld, maar de scoop mag niet zo dik zijn dat de luchtweg wordt afgesloten. Aangezien de scoop de luchtweg toch voor een deel afsluit moet snel gewerkt worden. Hierbij is de mogelijkheid de beelden op te nemen extra interessant omdat ná het onderzoek de beelden rustig bestudeerd kunnen worden.
Met een spoelsysteem kan een bronchiaalspoeling uitgevoerd worden waarbij materiaal uit de luchtwegen wordt opgelost, en opgezogen voor verder onderzoek.
Ook via deze scoop kunnen met speciale bioptietangetjes monsters voor verder onderzoek genomen worden.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Hoesten, kortademigheid en abnormale geluiden bij het ademen kunnen aanleiding zijn de vertakkingen van de luchtpijp in de longen te bekijken (bronchoscopie). Hierbij wordt natuurlijk ook de luchtpijp bekijken (tracheoscopie)
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s, bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Ook dit onderzoek wordt onder algehele narcose uitgevoerd. In ieder geval wordt eerst extra zuurstof toegediend zodat alle weefsels flink met zuurstof verzadigd zijn.
Hierbij wordt een flexibele scoop met een doorsnede van 3-6 mm en een lengte van circa 60 cm gebuikt. Een dunnere scoop geeft helaas een minder mooi beeld, maar de scoop mag niet zo dik zijn dat de luchtweg wordt afgesloten. Aangezien de scoop de luchtweg toch voor een deel afsluit moet snel gewerkt worden. Hierbij is de mogelijkheid de beelden op te nemen extra interessant omdat ná het onderzoek de beelden rustig bestudeerd kunnen worden.
Met een spoelsysteem kan een bronchiaalspoeling uitgevoerd worden waarbij materiaal uit de luchtwegen wordt opgelost, en opgezogen voor verder onderzoek.
Ook via deze scoop kunnen met speciale bioptietangetjes monsters voor verder onderzoek genomen worden.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Inwendig onderzoek van de borstkas: thoracoscopie
Het onderzoeken van het inwendige van de borstkas is een bijzondere ervaring! Je ziet het hart kloppen en de longen langzaam ontplooien en weer samenvallen.
Bij de verdenking op longtumoren, longverdraaiingen, tumoren, vocht, lucht of vreemde voorwerpen in de borstkas of een overvuld hartzakje kan dit onderzoek helderheid brengen.
Voorafgaand aan de scopie zullen in ieder geval röntgenfoto’s gemaakt worden. In verband met de ingewikkeldere narcose een bloedonderzoek en eventueel een E.C.G.
Werkwijze:
Uiteraard gebeurt dit onderzoek onder algehele narcose. Hierbij wordt altijd met inhalatie-anaesthesie gewerkt omdat de longen machinaal beademd moeten worden.
Normaal gezien trekt de borstwand de longen mee waardoor ze vol zuigen met lucht. Wanneer de borstkas geopend wordt gebeurt dat niet meer en kan het dier dus niet meer zelf ademen. Gelukkig neemt de beademingsmachine die functie dan over.
Ook hier kunnen weer weefselmonsters genomen worden.
Na de scopie zal goed moeten worden gecontroleerd of de functies van de longen weer volledig terugkeren. De patiënt blijft dus minstens 24 uur in de kliniek aan de bewaking.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Het onderzoeken van het inwendige van de borstkas is een bijzondere ervaring! Je ziet het hart kloppen en de longen langzaam ontplooien en weer samenvallen.
Bij de verdenking op longtumoren, longverdraaiingen, tumoren, vocht, lucht of vreemde voorwerpen in de borstkas of een overvuld hartzakje kan dit onderzoek helderheid brengen.
Voorafgaand aan de scopie zullen in ieder geval röntgenfoto’s gemaakt worden. In verband met de ingewikkeldere narcose een bloedonderzoek en eventueel een E.C.G.
Werkwijze:
Uiteraard gebeurt dit onderzoek onder algehele narcose. Hierbij wordt altijd met inhalatie-anaesthesie gewerkt omdat de longen machinaal beademd moeten worden.
Normaal gezien trekt de borstwand de longen mee waardoor ze vol zuigen met lucht. Wanneer de borstkas geopend wordt gebeurt dat niet meer en kan het dier dus niet meer zelf ademen. Gelukkig neemt de beademingsmachine die functie dan over.
Ook hier kunnen weer weefselmonsters genomen worden.
Na de scopie zal goed moeten worden gecontroleerd of de functies van de longen weer volledig terugkeren. De patiënt blijft dus minstens 24 uur in de kliniek aan de bewaking.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Inwendig onderzoek van de buik: laparoscopie
Het onderzoeken van de buikholte kan veel informatie opleveren over de organen, omdat ze direct zichtbaar zijn. Bovendien wordt het beeld sterk vergroot zodat afwijkingen nog beter te beoordelen zijn. Van afwijkende delen kan direct een weefselmonster (biopt) genomen worden.
Het onderzoek met een scoop is veel minder belastend dan een gangbare kijkoperatie. Niet alleen de lengte van de snede is maar een fractie, ook worden de organen niet meer met de hand aangeraakt. Daardoor ontstaan minder verklevingen.
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s, een echo, bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Een laparoscopie gebeurt onder algehele anaesthesie. Om een ruimte te creëren waarin de organen zichtbaar zijn wordt de buik opgeblazen met koolzuurgas (CO2). Via een toegangsbuis (schacht) door de buikwand is het mogelijk instrumenten in te brengen. Een klepje voorkomt ontsnappen van het gas.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Het onderzoeken van de buikholte kan veel informatie opleveren over de organen, omdat ze direct zichtbaar zijn. Bovendien wordt het beeld sterk vergroot zodat afwijkingen nog beter te beoordelen zijn. Van afwijkende delen kan direct een weefselmonster (biopt) genomen worden.
Het onderzoek met een scoop is veel minder belastend dan een gangbare kijkoperatie. Niet alleen de lengte van de snede is maar een fractie, ook worden de organen niet meer met de hand aangeraakt. Daardoor ontstaan minder verklevingen.
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s, een echo, bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Een laparoscopie gebeurt onder algehele anaesthesie. Om een ruimte te creëren waarin de organen zichtbaar zijn wordt de buik opgeblazen met koolzuurgas (CO2). Via een toegangsbuis (schacht) door de buikwand is het mogelijk instrumenten in te brengen. Een klepje voorkomt ontsnappen van het gas.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Inwendig onderzoek van de dunne darm: duodenoscopie
Het onderzoeken van de buikholte kan veel informatie opleveren over de organen, omdat ze direct zichtbaar zijn. Bovendien wordt het beeld sterk vergroot zodat afwijkingen nog beter te beoordelen zijn. Van afwijkende delen kan direct een weefselmonster (biopt) genomen worden.
Het onderzoek met een scoop is veel minder belastend dan een gangbare kijkoperatie. Niet alleen de lengte van de snede is maar een fractie, ook worden de organen niet meer met de hand aangeraakt. Daardoor ontstaan minder verklevingen.
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s, een echo, bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Een laparoscopie gebeurt onder algehele anaesthesie. Om een ruimte te creëren waarin de organen zichtbaar zijn wordt de buik opgeblazen met koolzuurgas (CO2). Via een toegangsbuis (schacht) door de buikwand is het mogelijk instrumenten in te brengen. Een klepje voorkomt ontsnappen van het gas.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Het onderzoeken van de buikholte kan veel informatie opleveren over de organen, omdat ze direct zichtbaar zijn. Bovendien wordt het beeld sterk vergroot zodat afwijkingen nog beter te beoordelen zijn. Van afwijkende delen kan direct een weefselmonster (biopt) genomen worden.
Het onderzoek met een scoop is veel minder belastend dan een gangbare kijkoperatie. Niet alleen de lengte van de snede is maar een fractie, ook worden de organen niet meer met de hand aangeraakt. Daardoor ontstaan minder verklevingen.
Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s, een echo, bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
Een laparoscopie gebeurt onder algehele anaesthesie. Om een ruimte te creëren waarin de organen zichtbaar zijn wordt de buik opgeblazen met koolzuurgas (CO2). Via een toegangsbuis (schacht) door de buikwand is het mogelijk instrumenten in te brengen. Een klepje voorkomt ontsnappen van het gas.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Inwendig onderzoek van de maag: gastroscopie
Twee aandoeningen komen veel voor:
Ten eerste het inslikken van een vreemd voorwerp dat in de maag blijft steken omdat het te groot is om de door de darm te kunnen passeren. Soms blijft het zelfs al in de keel (rubber bal) of in de slokdarm (bot) steken. In al die gevallen kan het endoscopisch verwijderen de beste oplossing zijn.
De tweede reden om een gastroscopie te doen zijn chronische maagdarmklachten zoals braken en diarree. Deze klachten kunnen ook wisselend wel en niet aanwezig zijn.
Daarnaast kunnen klachten als verlies van eetlust, vermageren, bloed braken, slikproblemen en overmatig speekselen een reden voor een scopie zijn.
Vooral bij chronische braak- en diarreeklachten is, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol, zoals röntgenfoto’s (kan eventueel gelijk met de scopie), bloed-, ontlasting- en urineonderzoek en/of een kweek.
Bij verdenking op allergieën of voedselintoleranties kan een eliminatiedieet of hypoallergeen voer de problemen vaak al oplossen.
Werkwijze:
Bij maagdarmklachten wordt dit onderzoek meestal gecombineerd met het onderzoek van de dunne darm (duodenoscopie) en de dikke darm (colonoscopie). Zoals u zult begrijpen wordt dit onder algehele narcose uitgevoerd. Bovendien moet het dier 24 uur nuchter zijn omdat een met voedsel gevulde maag en/of darm niet te onderzoeken is (In het geval van een vreemd voorwerp hoeft het dier niet nuchter te zijn, omdat het niet verstandig is 24 uur te wachten met het verwijderen). Voor dit onderzoek wordt een flexibele scoop van 1 tot 1,5 meter gebruikt waarvan de voorste 5 centimeter met knoppen naar alle kanten stuurbaar is. Ook via deze scoop kunnen met speciale bioptietangetjes monsters voor verder onderzoek genomen worden.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Twee aandoeningen komen veel voor:
Ten eerste het inslikken van een vreemd voorwerp dat in de maag blijft steken omdat het te groot is om de door de darm te kunnen passeren. Soms blijft het zelfs al in de keel (rubber bal) of in de slokdarm (bot) steken. In al die gevallen kan het endoscopisch verwijderen de beste oplossing zijn.
De tweede reden om een gastroscopie te doen zijn chronische maagdarmklachten zoals braken en diarree. Deze klachten kunnen ook wisselend wel en niet aanwezig zijn.
Daarnaast kunnen klachten als verlies van eetlust, vermageren, bloed braken, slikproblemen en overmatig speekselen een reden voor een scopie zijn.
Vooral bij chronische braak- en diarreeklachten is, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol, zoals röntgenfoto’s (kan eventueel gelijk met de scopie), bloed-, ontlasting- en urineonderzoek en/of een kweek.
Bij verdenking op allergieën of voedselintoleranties kan een eliminatiedieet of hypoallergeen voer de problemen vaak al oplossen.
Werkwijze:
Bij maagdarmklachten wordt dit onderzoek meestal gecombineerd met het onderzoek van de dunne darm (duodenoscopie) en de dikke darm (colonoscopie). Zoals u zult begrijpen wordt dit onder algehele narcose uitgevoerd. Bovendien moet het dier 24 uur nuchter zijn omdat een met voedsel gevulde maag en/of darm niet te onderzoeken is (In het geval van een vreemd voorwerp hoeft het dier niet nuchter te zijn, omdat het niet verstandig is 24 uur te wachten met het verwijderen). Voor dit onderzoek wordt een flexibele scoop van 1 tot 1,5 meter gebruikt waarvan de voorste 5 centimeter met knoppen naar alle kanten stuurbaar is. Ook via deze scoop kunnen met speciale bioptietangetjes monsters voor verder onderzoek genomen worden.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Inwendig onderzoek van de blaas en urinewegen: urethrocystoscopie
Onderzoek van de blaas en urinewegen is zinvol bij klachten als bloed plassen, persen op de urine en niet kunnen plassen. Aangezien de plasbuis (urethra) in het bekken ligt en daardoor omgeven is door bot, zijn afwijkingen op een rontgenfoto moeilijk zichtbaar. Met een scopie zijn deze structuren echter wel duidelijk in beeld te brengen. In de blaas kunnen we afwijkingen als gruis, stenen, poliepen, tumoren en ontstekingen herkennen. Waar de afvoeren van de nieren (ureteren) in de blaas uitmonden zijn regelmatig wolkjes urine te zien. Zo krijgen we ook een idee over de functie van de nieren.
Altijd zal eerst een urineonderzoek plaats vinden. Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s, een echo, bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
De blaas is gevuld met troebele urine waardoor het zicht matig tot slecht is. Daarom wordt gebruik gemaakt van een spoelbuis (schacht) om de scoop heen. Urine wordt afgevoerd en water (fysiologisch zout) wordt naar binnen gepompt. Zo ontstaat een helder beeld.
Bij teefjes en poezen kan een rechte starre scoop gebruikt worden. Bij reuen is door de bocht in de urethra alleen het gebruik van een flexible scoop mogelijk. Bij katers is de plasbuis wel recht, maar zeer nauw, zodat slechts een scoop van 1 mm doorsnede mogelijk is.
Tijdens dit onderzoek kunnen weefselmonsters (biopten) en kweken worden afgenomen.
Ook dit onderzoek wordt onder algehele narkose uitgevoerd.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Onderzoek van de blaas en urinewegen is zinvol bij klachten als bloed plassen, persen op de urine en niet kunnen plassen. Aangezien de plasbuis (urethra) in het bekken ligt en daardoor omgeven is door bot, zijn afwijkingen op een rontgenfoto moeilijk zichtbaar. Met een scopie zijn deze structuren echter wel duidelijk in beeld te brengen. In de blaas kunnen we afwijkingen als gruis, stenen, poliepen, tumoren en ontstekingen herkennen. Waar de afvoeren van de nieren (ureteren) in de blaas uitmonden zijn regelmatig wolkjes urine te zien. Zo krijgen we ook een idee over de functie van de nieren.
Altijd zal eerst een urineonderzoek plaats vinden. Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto’s, een echo, bloedonderzoek of een kweek.
Werkwijze:
De blaas is gevuld met troebele urine waardoor het zicht matig tot slecht is. Daarom wordt gebruik gemaakt van een spoelbuis (schacht) om de scoop heen. Urine wordt afgevoerd en water (fysiologisch zout) wordt naar binnen gepompt. Zo ontstaat een helder beeld.
Bij teefjes en poezen kan een rechte starre scoop gebruikt worden. Bij reuen is door de bocht in de urethra alleen het gebruik van een flexible scoop mogelijk. Bij katers is de plasbuis wel recht, maar zeer nauw, zodat slechts een scoop van 1 mm doorsnede mogelijk is.
Tijdens dit onderzoek kunnen weefselmonsters (biopten) en kweken worden afgenomen.
Ook dit onderzoek wordt onder algehele narkose uitgevoerd.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Inwendig onderzoek van de dikke darm: colonoscopie
Klachten als bloed bij de ontlasting, vergeefs persen op de ontlasting en uit de anus uitpuilend weefsel zijn redenen om een colonoscopie te overwegen.
Een andere belangrijke reden zijn chronische maagdarmklachten zoals braken en diarree. Deze klachten kunnen ook wisselend wel en niet aanwezig zijn. Dit wordt dan gecombineerd met een scopie van de maag en de dunne darm.
Vooral bij chronische braak- en diarreeklachten is, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol, zoals röntgenfoto’s (kan eventueel gelijk met de scopie), bloed-, ontlasting- en urineonderzoek en een kweek.
Werkwijze:
Ook dit onderzoek wordt onder algehele narcose uitgevoerd. Bovendien moet het dier 36 uur nuchter zijn omdat een met voedsel gevulde dikke darm niet te onderzoeken is. Wanneer alleen het achterste deel moet worden onderzocht kan een starre buisvormige scoop worden gebruikt.
Indien chronische braak- en diarreeklachten de redenen voor het onderzoek zijn, wordt een flexibele scoop van 1 tot 1,5 meter gebruikt waarvan de voorste 5 centimeter met knoppen naar alle kanten stuurbaar is. Ook via deze scoop kunnen met speciale bioptietangetjes monsters voor verder onderzoek genomen worden.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Klachten als bloed bij de ontlasting, vergeefs persen op de ontlasting en uit de anus uitpuilend weefsel zijn redenen om een colonoscopie te overwegen.
Een andere belangrijke reden zijn chronische maagdarmklachten zoals braken en diarree. Deze klachten kunnen ook wisselend wel en niet aanwezig zijn. Dit wordt dan gecombineerd met een scopie van de maag en de dunne darm.
Vooral bij chronische braak- en diarreeklachten is, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol, zoals röntgenfoto’s (kan eventueel gelijk met de scopie), bloed-, ontlasting- en urineonderzoek en een kweek.
Werkwijze:
Ook dit onderzoek wordt onder algehele narcose uitgevoerd. Bovendien moet het dier 36 uur nuchter zijn omdat een met voedsel gevulde dikke darm niet te onderzoeken is. Wanneer alleen het achterste deel moet worden onderzocht kan een starre buisvormige scoop worden gebruikt.
Indien chronische braak- en diarreeklachten de redenen voor het onderzoek zijn, wordt een flexibele scoop van 1 tot 1,5 meter gebruikt waarvan de voorste 5 centimeter met knoppen naar alle kanten stuurbaar is. Ook via deze scoop kunnen met speciale bioptietangetjes monsters voor verder onderzoek genomen worden.
Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.
Inwendig onderzoek van een gewricht: arthroscopie
De oorzaak van kreupelheid ligt dikwijls in het gewricht. Het meest toegepaste onderzoek van gewrichten is het röntgenonderzoek. Hiermee zijn de botdelen van het gewricht, en de opgetreden veranderingen, goed te onderzoeken.
Echter, het kraakbeen, de banden en pezen, en het gewrichtsslijmvlies (de binnenbekleding van het gewricht) zijn hiermee niet of nauwelijks in beeld te brengen. Arthroscopie is bij uitstek geschikt om al deze structuren te onderzoeken.
Bovendien zijn via arthroscopie veranderingen aan het gewricht al na een paar dagen te zien. Met röntgenonderzoek pas in een veel later stadium.
Vooral de knie, de schouder en de elleboog zijn arthroscopisch goed te onderzoeken.
Werkwijze:
Dit onderzoek wordt onder algehele anaesthesie uitgevoerd. Na een grondige desinfectie van de huid volgt het inspuiten van het gewricht met een steriele fysiologische oplossing zodat het gewricht wat opzwelt. Hierdoor is er meer ruimte om, via een kleine opening, een scoop en een afvoerbuisje voor de spoelvloeistof aan te brengen. Onder voortdurende doorstroming van het gewricht met een fysiologische ringeroplossing, ontstaat een duidelijk beeld van de inwendige structuren.
Door de sterke vergroting, de weergave op een medische monitor en de HD-camera, zijn zelfs de kleinste details herkenbaar. In vergelijking met de traditionele manier van onderzoek, namelijk het openen van het gewricht over enkele centimeters en de inspectie met het blote oog, maakt de arthroscopie slechts gebruik van twee gaatjes van enkele millimeters doorsnede. Aangezien het gewrichtskapsel veel pijnsensoren bevat, zal arthroscopie dan ook veel minder pijnlijk zijn en leiden tot een sneller herstel.
Indien nodig kunnen aansluitend, via een extra gaatje, operaties aan het gewricht worden uitgevoerd.
De oorzaak van kreupelheid ligt dikwijls in het gewricht. Het meest toegepaste onderzoek van gewrichten is het röntgenonderzoek. Hiermee zijn de botdelen van het gewricht, en de opgetreden veranderingen, goed te onderzoeken.
Echter, het kraakbeen, de banden en pezen, en het gewrichtsslijmvlies (de binnenbekleding van het gewricht) zijn hiermee niet of nauwelijks in beeld te brengen. Arthroscopie is bij uitstek geschikt om al deze structuren te onderzoeken.
Bovendien zijn via arthroscopie veranderingen aan het gewricht al na een paar dagen te zien. Met röntgenonderzoek pas in een veel later stadium.
Vooral de knie, de schouder en de elleboog zijn arthroscopisch goed te onderzoeken.
Werkwijze:
Dit onderzoek wordt onder algehele anaesthesie uitgevoerd. Na een grondige desinfectie van de huid volgt het inspuiten van het gewricht met een steriele fysiologische oplossing zodat het gewricht wat opzwelt. Hierdoor is er meer ruimte om, via een kleine opening, een scoop en een afvoerbuisje voor de spoelvloeistof aan te brengen. Onder voortdurende doorstroming van het gewricht met een fysiologische ringeroplossing, ontstaat een duidelijk beeld van de inwendige structuren.
Door de sterke vergroting, de weergave op een medische monitor en de HD-camera, zijn zelfs de kleinste details herkenbaar. In vergelijking met de traditionele manier van onderzoek, namelijk het openen van het gewricht over enkele centimeters en de inspectie met het blote oog, maakt de arthroscopie slechts gebruik van twee gaatjes van enkele millimeters doorsnede. Aangezien het gewrichtskapsel veel pijnsensoren bevat, zal arthroscopie dan ook veel minder pijnlijk zijn en leiden tot een sneller herstel.
Indien nodig kunnen aansluitend, via een extra gaatje, operaties aan het gewricht worden uitgevoerd.