Inwendig onderzoek van de blaas en urinewegen: urethrocystoscopie


Onderzoek van de blaas en urinewegen is zinvol bij klachten als bloed plassen, persen op de urine en niet kunnen plassen. Aangezien de plasbuis (urethra) in het bekken ligt en daardoor omgeven is door bot, zijn afwijkingen op een rontgenfoto moeilijk zichtbaar. Met een scopie zijn deze structuren echter wel duidelijk in beeld te brengen. In de blaas kunnen we afwijkingen als gruis, stenen, poliepen, tumoren en ontstekingen herkennen. Waar de afvoeren van de nieren (ureteren) in de blaas uitmonden zijn regelmatig wolkjes urine te zien. Zo krijgen we ook een idee over de functie van de nieren.

Altijd zal eerst een urineonderzoek plaats vinden. Afhankelijk van de klacht kan, voorafgaand aan de scopie, ander onderzoek zinvol zijn, zoals röntgenfoto's, een echo, bloedonderzoek of een kweek.


Werkwijze:

De blaas is gevuld met troebele urine waardoor het zicht matig tot slecht is. Daarom wordt gebruik gemaakt van een spoelbuis (schacht) om de scoop heen. Urine wordt afgevoerd en water (fysiologisch zout) wordt naar binnen gepompt. Zo ontstaat een helder beeld.

Bij teefjes en poezen kan een rechte starre scoop gebruikt worden. Bij reuen is door de bocht in de urethra alleen het gebruik van een flexible scoop mogelijk. Bij katers is de plasbuis wel recht, maar zeer nauw, zodat slechts een scoop van 1 mm doorsnede mogelijk is.
Tijdens dit onderzoek kunnen weefselmonsters (biopten) en kweken worden afgenomen.
Ook dit onderzoek wordt onder algehele narkose uitgevoerd.

Het onderzoek wordt op video vastgelegd zodat we u naderhand de bevindingen kunnen laten zien.